Op 27 november 2025 was de achtste editie van de ‘Dag van de Ervaringsdeskundige’ bij Hanze Hogeschool te Groningen. Daar mocht ik als spreker een bijdrage aan leveren.
De titel van de dag was: “Hoe verder?!”
Ik mocht na Manouska Molema, o.a. wethouder jeugd en zorg te Groningen, het stokje overnemen. En na mij kwamen aan het woord:
- Jeroen de Haan-Rißmann, werkzaam bij Movisie
- Sonja Visser, van de Nederlandse Vereniging voor Zelfregie en Herstel
- Lindsay Stegenga, die daar namens Stichting Spreidstand burger sprak
Hieronder vind u mijn bijdrage aan de vraag, hoe verder. In de spreekvorm van dat moment.

Goedemorgen allemaal. Mijn naam is Quinta Ansem en ik ben o.a. voorzitter van het Europeaan Anti Poverty Netwerk Nederland en (betaald) werkzaam bij het lectoraat Klantenperspectief in Ondersteuning en Zorg, alwaar ik het thema, of onderzoekslijn ‘evenwaardige ruimte voor ervaringskennis’ onder mijn hoede heb. Vanuit deze twee petten sta ik hier en lever ik een bijdrage om de vraag te kunnen beantwoorden, hoe verder?
En om maar gelijk met de deur in huis te vallen en de spreekwoordelijke knuppel in het hoenderhok te gooien, Ik wil graag beginnen met een stukje uit de laatste pagina’s van mijn boek: Ervaringsdeskundige, dat bén je.
Het is tekst die de basis is van alles wat ik hier vandaag ga zeggen.
“Als we ons minder druk gaan maken over de vraag, wie is nu wel of niet een ervaringsdeskundige, en waaraan moet deze ervaringsdeskundige voldoen, maar ons richten op de vraag: ‘hoe kunnen we binnen onze georganiseerde (systeem)werelden ervaringskennis een gewaardeerde en evenwaardige positie laten innemen die recht doet aan al die verschillende verschijningsvormen?’ ontstaat ruimte voor die enorme rijkdom aan soorten ervaringsdeskundigheid en ervaringsdeskundigen.“

“Ik schreef deze woorden in 2020, ruim 5 jaar geleden. En eerlijk: ze blijken actueler dan ooit.”
Waarom, dat ga ik verder toelichten.

Als het gaat om evenwaardige ruimte voor ervaringskennis,
“Dan gaat het er ook om dat we ons bezig gaan houden met wat mensen nodig heb- ben om hun eigen unieke inzet tot vol potentieel te kunnen brengen.
Zowel qua deskundigheidbevordering als in de wijze waarop een ervaringsdeskundige kan doen waar hij/zij ervaringsdeskundig in is. Dan maakt het ook niet meer uit vanuit welke visie men vertrekt en hebben beide visies waarde binnen het evenwaardig positioneren van ervaringskennis” (citaat boek).

In de afgelopen 5 jaar heb ik regelmatig gehoord dat ik polariseer, omdat ik aandacht vraag voor alle soorten ervaringskennis en ervaringsdeskundigen en met name voor de inclusiekant, omdat ik merkte dat die ondergesneeuwd was geraakt. Dat was niet fijn, ook omdat dat totaal niet mijn intentie is. Waarom wordt het dan wellicht toch zo gezien en gelezen?
Ik denk dat wanneer een nieuwe professionele beweging ontstaat, zoals die van de ervaringsdeskundigen, er iets heel menselijks gebeurt.
als we, als mens, zoekend naar erkenning, naar positie, naar waardering bezig zijn, dan ontstaat vaak ook dit:
De neiging om zorgvuldig opgebouwde waardering te beschermen omdat dit wat zegt over je eigen waarde en je wilt niet dat men jouw waardering aantast.
Dat is geen tekortkoming van mensen.
Dat is een systeemreflex. De realiteit van de systemen waarin we leven en waarin we uitgesloten kunnen raken.
Want systemen rangschikken. Systemen labelen.
Systemen bepalen wat “meer waard”, “minder waard”, of “het meest waard” is. In zo’n context proberen mensen hun plek vast te houden.
Zeker als die plek met moeite is veroverd. En precies dáár ontstaat soms frictie.

Frictie die jammer is. Want in onze brede beweging bestaan – volgens mij – in de kern twee manieren van kijken naar ervaringsdeskundigheid en dat zijn geen tegenpolen! Het zijn twee perspectieven die de richting aangeven van waar de inzet van ervaringsdeskundigen over kan gaan. Welke soorten functies en taken je daarmee kan doen en wat dat dan zegt over de juiste vaardigheden daarvoor.
De herstelvisie geworteld in de GGZ. Ze heeft ongelooflijk veel gebracht:
het overstijgen van persoonlijke ontwrichting, reflectie als vakmanschap, hoop en perspectief kunnen bieden,
het ondersteunen van andermans herstel, en het realiseren van herstelondersteunende systemen in onze maatschappij.
Ze heeft begrijpelijke kwaliteitsnormen, met een beroepsprofiel en 3 niveaus van beroepsuitoefening opgeleverd.
Ze lijkt steeds meer geïntegreerd in de behoeften en het design van de systemen. Het is een visie die een thuis geeft, een taal en een kader biedt.
Dan heb je de inclusievisie. Zij komt voort uit andere velden:
Uit o.a. armoede en sociale uitsluiting, situaties van dakloosheid, schulden,
beperkingen.
Deze visie gaat over iets anders:
In essentie gaat zij over het herkennen van uitsluitingsmechanismen in systemen. Het is een vorm van collectief kijken en luisteren naar: wat gebeurt hier op beleids-en uitvoeringsniveau wat verbeterd zou moeten, wat dus uitsluit en mensen kansloos maakt?
Het gaat om “Niets over ons zonder ons”
Dit is vaak ervaringskennis als maatschappelijke, politieke, sociale kracht Waarbij niet eerst ‘herstel’, maar eerst recht doen centraal staat. En werken aan herstel van systemen (als je dan toch het woord herstel wilt gebruiken)
Het gaat minder over persoonlijke verwerking, en meer over:
Wat moet er veranderen om armoede en uitsluiting te stoppen? Of positief geframed, wat moet er gebeuren zodat iedereen evenwaardig kan meedoen, en meetellen.
En waar raken ze elkaar?
in het menselijke
in het weten hoe het voelt in empathie
in de wens het beter te willen doen
in het besef dat ervaringskennis een derde, evenwaardige kennisbron is, met eigen wijsheid.
Beide visies zijn waardevol.
Beide dragen een deel van de waarheid.
En beide zijn – volgens mij – nodig voor een volwassen beweging.
Het gaat in mijn ogen schuren wanneer (onbedoeld, en ik benadruk nog een keer, onbedoeld) één visie de norm wordt voor iedereen.
Er is trouwens een groot verschil tussen wat de bedoeling van het beroepsprofiel inmiddels is en hoe in de praktijk wordt gekeken naar ervaringsdeskundigheid, over die ‘leefwereld van ervaringsdeskundigen en professionals’ heb ik het nu.
In het beroepsprofiel zou je kunnen zeggen dat de inclusiekant wordt beschreven in de 3de kerntaak. En de eerste twee van de kerntaken gaan vooral over wat hier bij de herstel visie staat beschreven.
Maar wanneer één visie norm wordt ontstaan er uitsluitmechanismen.
In Nederland zie je dat de herstelvisie – door opleidingen, beroepsprofielen, kaders en competenties – steeds dominanter wordt in de beeldvorming.
Dat is logisch: ze is het meest uitgewerkt, het meest geprofessionaliseerd, en sluit heel goed aan bij zorgsystemen.

Maar het heeft onbedoeld ook geleid tot:
- het wegzetten van andere leerroutes als “minder deskundig”
- minder serieus nemen van mensen zonder diploma, er is geen vacature meer te bekennen die niet vraagt om een diploma.
- Er is ongemak wanneer iemand zich ervaringsdeskundige noemt zonder de “juiste” taal van die normen en kaders.
- Er is een wij-zij ontstaan tussen diverse soorten ervaringsdeskundigen
- Subtiele vormen van uitsluiting, terwijl dit veld van ervaringskennis ooit juist tegen uitsluiting is gebouwd, toch?
Dat is geen schuldvraag. Dat is een systeemvraag.
Wanneer systemen normeren, ontstaat uitsluiting, ook als niemand dat bedoelt!
En Ik hoop dat we ons kunnen blijven afvragen:
1. Welke ervaringsdeskundigen horen we nu niet?
Wie voelt zich niet welkom? Wie durft niet mee te praten?
2. Wanneer wordt een kwaliteitsnorm een uitsluitingsnorm?
Voor wie werkt ons systeem wel — en voor wie juist niet? En wat kunnen we hieraan doen?
3. Hoe zorgen we dat diversiteit in ervaringskennis geen bedreiging is, maar een rijke bron van kennis?
Kunnen we nieuwsgierig zijn naar wat niet in ons eigen concept van ervaringsdeskundigheid past?
En dan nog dit.
In project KEUS en tijdens al onze gemeentelijke contacten hiervoor realiseerden wij ons dat er ook iets moet veranderen bij de leefwereld van de systemen
“Als we ervaringskennis werkelijk evenwaardig willen positioneren, dan is de grootste opgave niet dat ervaringsdeskundigen leren aansluiten — maar dat systemen leren luisteren.”
- Dat ze leren Luisteren zonder te vertalen naar hun eigen taal.
- Pijn, boosheid en Complexiteit verdragen en nieuwsgierig zijn naar, welke systeemweefselfouten hoor ik nu?
- Erkenning geven zonder certificaat of diploma’s aan alle mensen met ervaringskennis.
- Verschillende vormen van expertise weten te waarderen
- En daardoor besluiten gaan nemen die mensen écht verder helpen, niet die, die systemen in stand helpen houden

En in plaats van of-of, kunnen we kijken naar een ervaringskennisMIX: Vormen van individuele ervaringskennis en collectieve ervaringskennis Luisteren naar mensen met systeemgevoeligheid voor uitsluitmechanismen
En naar mensen die herstelinzichten binnen systemen bloot leggen. Voeg hieraan toe:
academische kennis praktische kennis
Wetsmatige kennis en politieke kennis.
Samen vormen we: een kennis-ecosysteem. Eentje waar in ieder geval wetenschap dienstbaar kan zijn aan de praktijk en de leefwereld en niet meer door systeemmensen kan worden ‘misbruikt’ als waarheidsvinder.
Wat bizar is, want de wetenschap zelf doet niet aan waarheidsvinding. De vraag is dus niet:
“Welke ervaringsdeskundige is DE echte?” Maar:
“Welke vorm van ervaringskennisMIX is hier nodig?”
Niet óf-óf, maar én-én.

Want er ligt ook een verantwoordelijkheid bij de mensen van de systemen om te kunnen luisteren naar al die diverse vormen van ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid.
En om dat te ondersteunen, zijn we binnen project KEUS bezig met een meer dynamische vorm van de participatie ladder te realiseren. Het participatiewiel. Waarin er – per vraagstuk, casus of ervaringsverhaal – kan worden gekeken naar welke ervaringskennisbronnen, van ervaringsdeskundigen, bewonersraden, boeken, theaterstukken en bijvoorbeeld het stripboek (ervaringkennis als kracht) kunnen helpend zijn om van beleid tot uitvoering, te komen tot verbeteringen van systemen. Verbeteringen waar de menselijke maat, vertrouwen en aansluiten bij wat nodig is, de kern mag zijn.
Kortom dit is Een uitnodiging om elkaar te zien, voorbij de labels, kaders en normen.” “Laat ons geen poortwachters zijn, maar bruggenbouwers, ook naar elkaar toe.
Geen bewakers van één waarheid, maar hoeders van diversiteit.
Want alleen zo wordt ervaringskennis werkelijk evenwaardig.” aan de andere ‘meer erkende’ bronnen van kennis.

Voor project KEUS komt er in het zuiden van Nederland nog een bijeenkomst waar we kennisdelen en met elkaar verder gaan met kennisontwikkeling. En dragen we bij aan het normaliseren van inzet van ervaringsdeskundigen en andere bronnen van ervaringskennis, ook bij de Participatiewet in Balans. Je kan je nog aanmelden. En delen met anderen wordt erg gewaardeerd.
Ervaringsdeskundige dat bén je en de rest kan je worden. Daar geloof ik dus in.
Om af te sluiten rond ik af met weer een stukje uit het boek:

Wij, kitty jurrius en ik,schreven in het boek: “we roepen eenieder op, die werkt met of vanuit ervaringsdeskundigheid, om verschillen te respecteren en te zien én de overeenkomsten tussen de twee visies te gebruiken om ruimschoots te kunnen profiteren van de rijkdom aan ervaringskennis. We zijn ervan overtuigd dat de twee visies complementair zijn aan elkaar. Door ze zo te (h)erkennen kan deze ervaringskennis van toegevoegde waarde zijn aan het evenwaardig positioneren van ervaringskennis bij de kennisbronnen van de praktijk en theorie.
Door te focussen op het evenwaardig positioneren van ervaringskennis ontstaat er ook ruimte voor die enorme hoeveelheid verschijningsvormen van ervaringsdeskundigheid. Dan wordt het betrekken van alle soorten van ervarings- deskundigheid bij diverse (levens)vraagstukken een logisch onderdeel van veranderprocessen. Of het nu gaat om meer persoonsgerichte veranderprocessen of om contextgerichte verander processen.”
“We kunnen samen meer duurzame en passende veranderingen realiseren als we de mensen waar de verandering voor bedoeld is, betrekken bij de gewenste verandering. En als we alle soorten ervaringskennis daarbij uitnodigen om invloed te kunnen hebben op dat veranderproces.”
Hoe nu verder?
Ik geloof dat we aan het begin staan van iets nieuws. een beweging waarin we:
- niet langer één manier van kijken centraal zetten, maar een mozaïek van perspectieven durven te zijn.
- niet langer gatekeepers zijn, maar bruggenbouwers.
- niet langer één definitie verdedigen,
- maar ruimte maken voor de hele mens — met herstel, systeemgevoeligheid, collectieve wijsheid en unieke routes.
“ Dank jullie wel — voor jullie inzet, jullie verhalen, en jullie bereidheid om naar deze complexiteit te kijken.”

Reflectie en terugblik
Terugkijkend vond ik het heel verrassend dat alle sprekers het hadden over ruimte voor de diversiteit van ervaringskennis en de mensen die die kennis in zich dragen, besef dat scholing geen uitsluitmechanisme zou moeten zijn en hoe gaan we ervoor zorgen dat er meer mensen, vanuit meerdere levensthema’s kunnen aansluiten bij de beweging van ‘evenwaardige ruimte voor ervaringskennis’.
Zo hoorde ik ook over hoe er een verschil bestaan tussen hoe tegen het woord Inzet wordt aangekeken, welke ik in 2016 voor het onderzoek Participatie Bouwstenen (paragraaf 2.2 op pag 13) in kaart heb gebracht. Kortweg gaat het het verschil tussen ingezet worden, zoals mensen uit de systemen het vaak zeggen en doen – en hoe mensen zichzelf zouden willen inzetten. Leuk om dat ook terug te horen in het verhaal van een ander. En over hoe je ervaringskennis en de mensen die haar vertellen en gebruiken, onrecht aandoet door het wetenschappelijk te toetsen. Bijzonder, omdat ik niet zo lang geleden hier een blog over heb geschreven, Hoe de lat van de wetenschap de bron van ervaringskennis klein houdt. Er lijkt een natuurlijk moment in de emancipatiegolf van ervaringskennis en ervaringsdeskundigen te zijn gekomen, waarin we van versmallen en inbedding in de systemen, om erkenning te kunnen krijgen, verder lijken te bewegen naar verbreding en vernieuwing om zelf niet de uitsluiting te produceren.
Ik werd aan het einde gevraagd, wat vond je ervan? en na even stil te zijn geweest was het woord HOOPVOL wat bij mij opkwam. En dat voelde goed.
28-11-2025
Quinta Ansem, dit keer met twee petten op.