Goed doen binnen een slecht systeem, kan dat?

Artikel over: Moreel handelen en het ongemakkelijke midden waar ervaringskennis spreekt.

Er zijn van die vragen die je niet loslaten. Niet omdat ze makkelijk te beantwoorden zijn, maar omdat ze je telkens weer terugbrengen naar de essentie van wat het betekent om mens te zijn — in deze wereld, in deze tijd.
Een van die vragen is: Kun je moreel goed handelen binnen een systeem dat onrechtvaardig is?

We leven in een samenleving waarin ongelijkheid niet alleen bestaat, maar vaak ook gelegitimeerd wordt. Waar systemen bedoeld zijn om te ondersteunen, maar waarin mensen soms vastlopen, uitvallen of simpelweg niet worden gezien. Waar je als professional, vrijwilliger of betrokkene wél wilt bijdragen, maar steeds opnieuw botst op regels, verwachtingen en structuren die wringen.

Wat betekent het om in zo’n context het juiste te doen?

Geen slechteriken, wél slechte structuren

Laten we vooropstellen: een slecht systeem hoeft geen slechte mensen te bevatten.
De meeste mensen die werken binnen overheid, zorg, onderwijs of beleid, doen dat met oprechte bedoelingen. Toch ontstaan er situaties waarin mensen worden uitgesloten, gekleineerd of ontmoedigd, niet door kwaadwilligheid, maar door een optelsom van blinde vlekken, systeemlogica en gewoontes die niemand meer lijkt te bevragen.

Een systeem is immers geen persoon, maar een web van gewoontes, taal, beleid en verwachtingen. En juist omdat het geen persoon is, is het moeilijk aanspreekbaar. Toch heeft het systeem wél impact op mensenlevens, vaak het hardst op diegenen die al in een kwetsbare positie verkeren.

De banaliteit van het kwaad

Groot onrecht ontstaat zelden door opzettelijke slechtheid. Vaker gebeurt het doordat mensen gedachteloos regels volgen, taken uitvoeren, protocollen toepassen, zonder zich af te vragen wat dat betekent voor degene aan de andere kant van de tafel. Juist daar begint de morele vraag: Wat vraagt het van ons om te blijven voelen, denken, en handelen vanuit menselijkheid, juist als het systeem daar geen ruimte voor lijkt te laten?

Wat is dan ‘goed handelen’?

Goed doen heeft geen vaste vorm. Het vraagt om bewustzijn, om reflectie, om moed.
Soms is het stil verzet, soms is het ruimte maken voor de ander. Soms is het iets niet doen. Soms is het iets zeggen, ook als dat ongemakkelijk is.
En altijd vraagt het iets van jezelf. Niet om perfect te zijn, maar om bewust te blijven: Wat doe ik en voor wie? Wat laat ik gebeuren en waarom?

Stille moed en kleine daden

Goed handelen binnen een fout systeem is zelden groots of heldhaftig. Het is vaak stil en klein:

  • De medewerker die nét iets langer blijft zitten bij iemand die vastloopt.
  • De beleidsadviseur die intern kritische vragen blijft stellen.
  • De ervaringsdeskundige die haar verhaal blijft delen, ook als het niet past binnen de formats.
  • De klantmanager die ziet dat regels knellen, en zoekt naar wat wél kan.

Het zijn keuzes die misschien geen protocollen veranderen, maar wél levens raken.

Maar is dat genoeg?

Individueel goed doen is waardevol, maar soms te beperkt.
Zolang systemen structureel uitsluiten, produceren ze telkens opnieuw situaties waarin het individuele goede handelen niet opweegt tegen het collectieve falen.
Daarom is goed handelen niet alleen: doe geen kwaad.
Het is ook: ondermijn wat kwaad doet.

Dat betekent:

  • Kritisch zijn op systemen die schade veroorzaken.
  • Samenwerken met anderen die verandering willen.
  • Ruimte maken voor alternatieven.
  • En soms: bewust de regels overtreden, als die regels mensen kleiner maken.

Goed handelen krijgt dan iets activistisch. Niet om te vernietigen, maar om te vernieuwen.
Soms is dat burgerlijke ongehoorzaamheid. Soms is het een fluistering die groter klinkt dan een schreeuw. En altijd vraagt het moed, bewustwording en verbinding.

Precies daar komt ook de ervaringsdeskundige systeemkritische belangenbehartiger in beeld.
Niet als uitzondering, maar als noodzakelijke stem in het midden van de werkelijkheid.
Iemand die van binnenuit heeft ervaren wat beleid doet met een mens.
Die weet waar de systemen knellen, omdat ze zelf gedragen zijn, in het lichaam, in het leven.
Die spreekt namens zichzelf, maar ook namens velen die niet gehoord worden.
Niet om te veroordelen, maar om zichtbaar te maken. Niet om tegenover te staan, maar om tussen te bewegen.
Zij is geen buitenstaander, maar een spiegel. Een brug. Een stem die weigert te zwijgen zolang mensen uitgesloten worden.

En misschien is dat wel de meest hoopvolle daad van allemaal:
blijven spreken, blijven staan, blijven verbinden, te midden van wat schuurt.

Ten slotte: het ongemakkelijke midden

Ja, je kunt goed doen binnen een slecht systeem. Maar het is zelden makkelijk, en nooit zonder risico.
Het vereist denken, kritisch én ethisch.
Het vraagt moed om tegen de stroom in te bewegen.
En het vraagt erkenning dat echte verandering zelden individueel is, maar altijd verbonden met anderen.

Goed handelen binnen een slecht systeem is niet alleen een morele daad, het is ook een politieke, sociale en menselijke keuze:
Wie wil je zijn, te midden van wat er mis is?

4-4-2025 Door Quinta Ansem

To top