Van wantrouwen -> vertrouwen – 6 duurzame voorwaarden

De rol van ervaringsdeskundigen

Achter het evenredigheidsbeginsel schuilt een mensbeeld dat de burger niet als verdachte of probleem benadert, maar als een redelijk, feilbaar en waardig individu. Enkele elementen van dat mensbeeld:

  • Vertrouwen als vertrekpunt
  • De mens is feilbaar, niet per definitie kwaadwillend
  • Het uitgangspunt is dat mensen fouten kunnen maken zonder dat daar meteen straf of wantrouwen op hoeft te volgen. Het beginsel nodigt uit tot maatwerk en begrip voor context.
  • De mens is meer dan zijn gedrag of situatie
  • In plaats van iemand te reduceren tot “een bijstandsfraudeur” of “een overtreder”, vraagt het beginsel om oog te hebben voor de omstandigheden en de persoon als geheel.
  • De overheid is dienstbaar, niet overheersend
  • De overheid moet proportioneel handelen, wat impliceert dat zij in dienst staat van de burger en zijn grondrechten, en zich moet verantwoorden voor de impact van haar handelen.
  • Rechtvaardigheid boven regeltjes
  • Het mensbeeld achter het evenredigheidsbeginsel erkent dat rechtvaardigheid niet altijd gelijk is aan strikte naleving van regels. Het gaat om de redelijkheid van de uitkomst.
  • In plaats van controle en sancties centraal te stellen, veronderstelt dit beginsel dat de overheid de burger met een zekere mate van vertrouwen benadert — tenzij er gegronde reden is om dat vertrouwen te verliezen.

Je zou kunnen zeggen dat het evenredigheidsbeginsel past bij een relationeel en menswaardig mensbeeld, waarin wetgeving geen doel op zich is, maar een middel om het goede samenleven mogelijk te maken.

Hieronder een overzicht van de belangrijkste verschillen tussen wat nu beoogd word en hoe het vaak is ervaren:

AspectMensbeeld bij evenredigheidsbeginselMensbeeld bij technocratische/strafrechtelijke benadering
Aanzet tot handelenVertrouwen, redelijkheid, proportionaliteitWantrouwen, beheersing, uniformiteit
Beeld van de burgerFeilbaar maar te goeder trouw; waardig en uniekPotentieel fraudeur, risicofactor, anonieme eenheid
Beeld van de overheidDienstbaar, maatwerkgericht, lerendControlerend, sanctionerend, regelgericht
RechtsopvattingRechtvaardigheid vereist context en afwegingGelijkheid = gelijke behandeling = regels zijn regels
Rol van regelsRichtlijn die in balans moet zijn met menselijke maatStrakke norm die zonder uitzondering wordt toegepast
Bejegening van foutenRuimte voor uitleg, herstel, proportionaliteitStraf of sanctie bij overtreding, ongeacht intentie
Doel van het systeemBescherming van de burger en rechtsstatelijke waardenEfficiëntie, handhaving en ordebehoud
Ruimte voor maatwerkJa: context doet ertoe, maatwerk is rechtvaardigNee: uitzondering ondermijnt het systeem

Vertrouwen als uitgangspunt klinkt mooi, maar blijft kwetsbaar als het alleen een beleidsmatige koerswijziging is. Het risico van een terugkanteling naar wantrouwen blijft bestaan zolang het onderliggende systeemdenken – en het bijbehorende mensbeeld – niet werkelijk verandert.

Om die omslag duurzaam te maken, is méér nodig dan goede bedoelingen en juridische aanpassingen. Met de nadruk op Méér. Wetwijzigingen zijn bijvoorbeeld nodig om cultuursomslag te helpen slagen. Daarnaast zijn er ook andere aspecten van verandering om de kanteling tot in de haarvaten van de uitvoering te laten landen.  

Hieronder 6 voorwaarden om de kanteling duurzaam te maken:

1. Een fundamentele herziening van het mensbeeld binnen beleid en uitvoering

Zolang het systeem mensen primair benadert als risico’s of kostenposten, zal vertrouwen altijd onder druk staan. Er is dus nood aan een culturele omslag: van een beheerslogica naar een relationele logica, waarin mensen worden gezien als handelende, lerende en contextuele wezens.

2. Structurele ruimte voor professionele oordeelsvorming en maatwerk

In een systeem dat professionals dwingt tot afvinkgedrag, zal vertrouwen snel sneuvelen. Wat nodig is:

  • ruimte voor contextgevoelig oordelen,
  • het erkennen van ervaringskennis,
  • en het stimuleren van reflectie boven protocol.

3. Institutionele verantwoording op basis van waarden, niet alleen cijfers

Zolang beleidsmakers afgerekend worden op ‘aantal opgespoorde fraudegevallen’, ‘besparingen’ of ‘efficiëntie’, zal de prikkel blijven om wantrouwen centraal te stellen. Verantwoording zou veel meer moeten gaan over effect op menswaardigheid, vertrouwen, inclusie, herstel en rechtvaardigheid. Er zal een discussie over een ander declaratiesysteem voor gemeenten richting Rijk gevoerd moeten worden.

4. Structurele participatie van burgers, inclusief ervaringsdeskundigen

Mensen die het systeem ondergaan, moeten structureel meedenken en meebeslissen in de ontwerp- én toetsingsfase van beleid. Zo wordt het lastiger om weer eenzijdig de systeemlogica te laten domineren. Uiteraard zijn er ook ‘nog meer’ participatie mogelijkheden binnen de uitvoering nodig.

5. Lerende instituties met ruimte voor twijfel, herstel en feedback

Vertrouwen vraagt om instituties die durven leren van fouten, openstaan voor kritiek en herstel centraal stellen. Denk aan:

  • een recht op tegenmacht en klacht,
  • ingebouwde checks vanuit de menselijke maat,
  • en reflectieve praktijken op alle niveaus.

6. Wettelijke borging van rechtsbeginselen mét ruimte voor menselijke maat

Wetten en regels moeten ruimte laten voor proportionaliteit en individuele omstandigheden, en uitvoerders moeten daarin getraind en gesteund worden. Dat betekent: niet alleen regels veranderen, maar ook de juridische en morele cultuur die ermee samenhangt.

Kortom: een duurzame omslag vraagt niet alleen ander beleid, maar een ander denken, een andere manier van kijken, en een ander systeem van verantwoorden. Het vraagt om instituties die zich zelf ook als feilbaar en lerend beschouwen.

In project KEUS zien we de bereidheid om te leren en open te staan voor de eigen feilbaarheid, ruimschoots terug (punt 5). Ook bij de leeragenda van de VNG zie je dat terug. Ook bij de andere betrokken partijen bij de participatiewet in Balans, Divosa, LCR en SAM, zijn we het mee met elkaar eens dat lerende organisaties nodig zijn om de de kanteling, de duurzame omklap, voor elkaar te kunnen krijgen.

In KEUS zijn gemeenten gefocust bezig om te onderzoeken hoe ervaringsdeskundigen en andere vormen van ervaringskennis kan bijdragen aan de gewenste kanteling van de PWet.

Wat betekend dit voor de rollen en inzet ervaringsdeskundigen?

Per voorwaarde voor de omslag van wantrouwen naar vertrouwen, hebben we gekeken naar wat de ervaringsdeskundige hierin kan betekenen. Hierbij zijn zowel ervaringsdeskundigen inclusie als op herstel gerichte ervaringsdeskundigen van waarde.

Op deze manier wordt op elk niveau van beïnvloeding ‘ruimte voor ervaringskennis’ gerealiseerd

Quinta Ansem, voorzitter

(Quinta is dyslectisch, dus de tekst met behulp van AI gemaakt)

To top